Over het recept
Afgelopen zondag las ik in het Parool Magazine een column over alcoholvrije Glühwein. Ik dacht meteen terug aan vroeger, toen mijn vader rond kerst thuis zelf Glühwein maakte voor onze bed&breakfast gasten. Een fles rode wijn, de juiste kruiden en wat tijd waren genoeg om het huis in een heerlijke kerstgeur te hullen.
En toen bedacht ik: alcoholvrije Glühwein moet eigenlijk net zo makkelijk te maken zijn.
Nou, dit is het resultaat en ik ben er heel blij mee! Het ruikt en smaakt heel lekker, en het grote voordeel: géén hoofdpijn de volgende dag.
Wat heb je nodig?
4 zakjes thee (bosbessen of bosvruchten)
1 liter water
500 ml rode sap (druivensap, bosbessensap of een mix)
Sap van 2 sinaasappels
2 kaneelstokjes
2 steranijs
3 kruidnagels
1 tl vanille-extract
Optioneel: honing, ahornsiroop of agavesiroop
Voor decoratie: sinaasappelschijfjes, kaneelstokjes en steranijs
Hoe maak je het?
Verwarm het water in een grote pan en voeg de theezakjes toe zodra het kookt. Laat de thee trekken volgens de instructies op de verpakking (5-10 minuten) en verwijder daarna de zakjes.
Pers de sinaasappels en voeg het sap samen met de rode sap, kaneelstokjes, steranijs, kruidnagel en vanille-extract toe aan de thee.
Breng het geheel weer kort aan de kook. Zet de temperatuur daarna laag en laat de Glühwein minstens 30 minuten zachtjes sudderen (net onder het kookpunt).
Proef en voeg eventueel wat honing of een andere zoetstof toe.
Schenk de glühwein in de glazen en garneer met een schijfje sinaasappel, een kaneelstokje en steranijs.